Vertrouwen geven en ontvangen - hoe werkt dat?

Vertrouwen... Een woord dat vaak gebruikt wordt: Een man schreeuwt tegen zijn vrouw: "Vertrouw je me niet of zo?!" Mark Rutte zegt: "Het vertrouwen in de politiek is nu wel wat lager, maar dat vertrouwen kan snel weer herstellen." Een meisje zegt tegen haar moeder: "Ik vertrouw onze voetbaltrainer niet en dus ga ik stoppen met voetballen." Ook al zijn het sterk verschillende situaties, het gaat elke keer over vertrouwen.
Maar wat is vertrouwen nu eigenlijk precies? En hoe krijg je het? Hoe kan het dat vertrouwen opeens kan verdwijnen? En hoe kan het dat er zulke heftige emoties kunnen spelen als iemand zegt: "Ik vertrouw je niet"? Misschien heb je het wel eens meegemaakt dat iemand openlijk twijfelde aan jouw betrouwbaarheid. Hoe voelde dat? Of wellicht kun je zelf zo een paar mensen noemen die je eerst wel en nu niet meer vertrouwt.
Vertrouwen heeft alles met relaties te maken. Probeer eens, voor je verder leest te bedenken wat jij recentelijk aan vertrouwen aantrof of juist miste in een relatie in jouw leven. Ik hoop dat je in dit artikel aanknopingspunten vindt voor toepassing in de praktijk en een nieuwe stap in juist díe relatie waar je aan dacht. Veel leesplezier!
Vertrouwen: onmisbaar in relaties
Wat is vertrouwen eigenlijk? Er zijn nogal wat verschillende definities te vinden van vertrouwen. Sommige zijn (in mijn ogen) nogal beperkt. Bijvoorbeeld: 'Vertrouwen is de overtuiging dat iemand je niet in de steek laat'. Dat gaat weliswaar over vertrouwen, maar het kan completer. Een veel voorkomende Engelstalige definitie luidt (vertaald) als volgt:
Vertrouwen is een vast geloof/overtuiging in de betrouwbaarheid, waarheid of bekwaamheid van iets of iemand.
Vertrouwen gaat dus over iets of iemand anders; buiten jezelf. Maar vertrouwen zit wel in jezelf. Vertrouwen speelt een rol als je iets van iemand nodig hebt of verwacht en helpt je zekerheid te krijgen bij vragen zoals "kán deze persoon dit doen?", "durf ik het te laten gebeuren dat deze persoon deze ruimte krijgt?" of "kan ik voor waar aannemen wat deze persoon zegt?"
Zoals je al uit deze voorgaande vragen kunt afleiden speelt vertrouwen een grote rol in je relaties. Sterker nog: het is onmisbaar in relaties. Zonder vertrouwen kunnen mens slechts oppervlakkig via 'standaardmanieren' met elkaar in contact zijn. De mate van vertrouwen verschilt uiteraard van relatie tot relatie, maar voor alle relaties is een bepaalde mate van vertrouwen nodig.

Vertrouwen is onmisbaar in relaties. Niet alleen vertrouwen in de ander, maar ook vertrouwen in jezelf. Zonder een goede balans tussen zelfvertrouwen en vertrouwen in de ander, is het niet goed mogelijk een gezonde relatie op te bouwen.
Voordat ik dieper in ga op een contextuele kijk op vertrouwen, noem ik eerst nog kort een aantal eigenschappen van vertrouwen:
Vertrouwen kent gradaties. Het is niet een kwestie van wel/geen vertrouwen, maar een mate van vertrouwen. Je kunt genoeg vertrouwen hebben in de buurman om op straat een praatje aan te knopen, maar niet voldoende vertrouwen hebben om je financiële problemen met hem te delen.
Vertrouwen gaat niet alleen over een persoon, maar ook over een bepaald onderwerp. Een voorbeeld: een man heeft een vertrouwelijke relatie met zijn zoon en houdt zielsveel van hem. Toch heeft hij niet het vertrouwen dat zijn zoon een goede opvolger voor het familiebedrijf is. Als je niet het onderscheid maakt dat het over een bepaald deelgebied gaat qua vertrouwen kan de uitspraak dat hij geen vertrouwen heeft in zijn zoon als opvolger, bij die jongen binnenkomen alsof zijn vader hem opeens helemaal niet meer vertrouwt. Ik heb dat regelmatig meegemaakt in zulke situaties waarbij het kind bijvoorbeeld vraagt: "Vertrouw je me niet of zo?" Als de ouder dat bevestigt levert dat een groot conflict op. Verderop in het artikel ga ik hier uitgebreider op in.
De manier waarop vertrouwen wordt opgebouwd verschilt van persoon tot persoon. In ieder mens is een basisvaardigheid aanwezig in hoeverre men makkelijk of moeilijk tot vertrouwen in anderen kan komen. Misschien herken je dat in jezelf en om je heen. De ene persoon lijkt heel gemakkelijk nieuwe contacten te vertrouwen terwijl een ander juist veel moeite heeft om mensen te leren vertrouwen. Dit heeft alles te maken met de hechtingsstijl van mensen. Hierover is recentelijk op deze blog een serie artikelen geschreven waarvan je hier het eerste artikel vindt.
Vertrouwen zit in jezelf
Ook al is vertrouwen dus een relationeel begrip, vertrouwen zit 100% in je eigen brein. Dat klinkt misschien logisch, maar in de praktijk wordt een vertrouwensprobleem vaak ook een verwijt naar de ander. Mw. Kaag (D66) heeft onlangs in een lezing vrij forse kritiek geuit op Mark Rutte die volgens haar op diverse onderwerpen moet veranderen voor ze met hem in een kabinet wil. Een dag later werd haar in de 2e kamer gevraagd of ze vertrouwen in Mark Rutte heeft. Ze antwoordde: "Ik vertrouw eerlijk gezegd maar heel weinig mensen. Ik vertrouw mijn man, mijn eigen familie en een paar vrienden." Haar concept van 'vertrouwen' zit in haar hoofd. Op basis van dat concept en op basis van het feit dat ze forse kritiek heeft op Rutte zegt ze dat ze hem niet vertrouwt. Even later kreeg Rutte dezelfde vraag die hij aanvankelijk wat ontweek, maar uiteindelijk sprak hij uit dat hij 'u allemaal' (de 2e kamerleden) vertrouwt. Twee nogal verschillende standpunten die alleen iets zeggen over hoe de spreker in zijn/haar hoofd denkt over vertrouwen. Het zou een slordige weergave van de werkelijkheid zijn om te zeggen dat het vertrouwensprobleem tussen Kaag en Rutte alleen bij haar ligt.

Het vertrouwen dat de een in de ander uitspreekt wordt gevormd door een basis-zienswijze op 'vertrouwen' én op hoe de ander wordt ervaren. Dat hele proces vindt plaats in het brein van de persoon zelf.
Een ander voorbeeld uit de praktijk: "Je bent gewoon onbetrouwbaar geworden. Hoe kan ik jou nou vertrouwen als je zo doet?!" roept een man tegen zijn vrouw. Wat is er aan de hand? De vrouw heeft overdag zijn berichtjes op Whatsapp niet beantwoord. De berichten waren gezien (2 blauwe vinkjes), maar er kwam geen antwoord. Voor haar man voelde dat alsof hij door haar genegeerd werd. De vrouw vond dat hij zwaar overdreven reageerde en zei: "Nou, als je daar niet tegen kunt dat ik niet direct antwoordt, dan moet je me gewoon niets meer sturen. Vertrouw je me niet of zo?"
De man zocht hulp bij mij omdat ik hem wellicht kon helpen om aan zijn vrouw uit te leggen hoe erg ze hem negeerde. Echte hulp bleek pas mogelijk toen bij hem duidelijk werd dat zijn gevoel rond het hele gebeuren 100% zijn gevoel was. In zijn hoofd kwamen hele angstbeelden op dat ze vreemd ging en dat ze geheimen voor hem had. Toen ze ook nog zo pinnig reageerde waren bij hem alle alarmbellen gaan rinkelen. In het gesprek met het echtpaar bleek het voor beiden helpend om te bespreken hoe de gevoelswaarde van wat er gebeurde voor hem zo enorm groot was. De man begon in te zien dat er een parallel lag tussen zijn jeugd waarin hij extreem argwanend was geworden vanwege het feit dat hij jarenlang wist dat zijn vader een buitenechtelijke relatie had, terwijl zijn moeder daar niets van wist. Zijn vader wist niet dat zijn zoon het wist. De zoon probeerde al die jaren door steeds intensief met zijn vader in contact te zijn, zijn mogelijkheden voor een 'onbekend' leven kleiner te maken. Zo wilde hij een scheiding voorkomen. Er was een grote boosheid naar zijn vader ontstaan die hij nooit had laten merken. Voor de man was het nodig om de stap te kunnen zetten om toe te laten dat zijn aanvankelijke boosheid op zijn vrouw vooral iets over hemzelf duidelijk maakte. Toen we niet meer over schuld en daders, maar over verantwoordelijkheden spraken werden beiden constructiever in de relatie naar elkaar en konden ze opener met elkaar omgaan.
(Trouwens, mocht je het nog niet eerder op deze blog hebben gelezen: ook al gebruik ik ervaring uit mijn gesprekken met cliënten, de situaties zijn altijd onherkenbaar gemaakt zodat eventuele herkenning puur op toeval berust).
Tot slot een plaatje waarin is aangegeven hoe een vertrouwensprobleem zich helemaal in het brein van de persoon die dat probleem heeft afspeelt. Het gaat vooral over een mismatch tussen hoe de ander ervaren wordt en hoe je wilt dat de ander zou zijn.

Ook al gaat vertrouwen over de ander en speelt de ander een grote rol in het opbouwen of afbreken van vertrouwen, het vertrouwen zélf zit 100% in je eigen brein.
Hoe bouw je vertrouwen op?
Tot nu toe zagen we dus dat vertrouwen een relationeel begrip is en dat het in je eigen hoofd zit. In deze paragraaf kijken we vanuit een aantal (contextuele) thema's hoe vertrouwen kan worden opgebouwd (of afgebroken...).
1. Vertrouwen en de balans van geven en ontvangen
In elke relatie wordt gegeven en ontvangen. Als twee mensen tevreden zijn over hoe ze beiden geven en ontvangen in die relatie, dan gaat het goed met die relatie. Maar als het geven en ontvangen niet in balans is, bedreigt dat de relatie. Eerder kon je op deze blog lezen over die balans van geven en nemen. Hier vind je het eerste artikel van die serie.
Om te kunnen geven of te kunnen ontvangen is er een mate van vertrouwen in de ander nodig én eveneens is er vertrouwen in je zelf nodig. Dat leren we van jongs af aan.
Wellicht is jou als kind al aangeleerd: "Geen snoepjes aannemen van onbekende mensen."

Als je iets wilt geven aan een ander moet je antwoorden hebben op vragen zoals: "Kan ik dit eigenlijk wel geven?", "Wil de ander dit wel van mij ontvangen?", "Ben ik het waard om dit te mogen geven?", "Is de ander het waard het te ontvangen?", "Kan ik er op rekenen dat de ander mij een eerlijke reactie gaat geven als ik dit geef?" etc.
Zulke vragen stel je natuurlijk onbewust en razendsnel. Maar ze gaan over vertrouwen. Stel je voor: je hebt een gedicht geschreven voor je ouders waarin je je gevoelens voorhen onder woorden probeert te brengen. Je moeder is dement aan het worden en je ziet hoe ze daar samen mee worstelen. Ze hebben jou nog nooit een gedicht horen voorlezen, maar je denkt dat je hen er een plezier mee doet. Zonder voldoende vertrouwen in jezelf en in hen zal je het niet durven te doen.
Een ander voorbeeld: als een klein kind genoeg vertrouwen in de ouder heeft dat ze een tekening durft te geven, wordt de tekening gegeven. Maar als in een eerdere situatie de reactie van de ouder negatief was (de tekening werd afgekraakt), ontbreekt het vertrouwen het nogmaals te doen.
Vertrouwen wordt opgebouwd door passend geven. Als het geven voor gever en ontvanger goed verloopt wordt er vertrouwen in de ander én zelfvertrouwen opgebouwd. Als het geven echter ongepast is (bijvoorbeeld: de gever geeft veel meer dan eigenlijk kan, of de gever geeft iets wat de ontvanger niet wil ontvangen) wordt het vertrouwen juist afgebroken.
Een voorbeeld: een vrouw vertelt in vertrouwen aan een adviseur met wie ze een paar weken intensief samenwerkt dat ze een ernstige alcoholverslaving heeft gehad en nu nog wekelijks bij een gesprekgroep van de AA (Anonieme Alcoholisten) komt. Een aantal weken later geeft de adviseur aan een aantal klanten (waaronder de vrouw) een kerstpakket: een doos met 6 flessen wijn... Puur naar die transactie kijkend wordt er een doos wijn gegeven. Maar qua vertrouwen gebeurt er iets heel anders. De vrouw had een paar weken geleden genoeg vertrouwen in hem om hem haar geheim te vertellen. In haar hoofd heeft ze het beeld dat hij betrouwbaar genoeg was én dat hij nu ook haar geheim kent. Door het geven van een doos wijnflessen ontstaat er in haar hoofd een vertrouwensprobleem: haar vertrouwen in hem voelt ze nu geschaad en misplaatst. Het vertrouwen is zodanig aangetast dat ze niet meer verder met hem wil werken. Wie bekent is met de balans van geven en ontvangen weet dat het belangrijk is dat wát er gegeven wordt ook past bij de ontvanger (passend geven). Dat ging in dit voorbeeld helemaal mis.
Samengevat: kijken door de bril van de balans van geven en ontvangen levert een gedetailleerd beeld op van wat er in de relatie tussen twee personen gebeurt. Het resultaat van geven en ontvangen is (zelf)vertrouwen. Geven en ontvangen spelen een grote rol bij de opbouw van vertrouwen. Wil je dus meer weten over hoe je vertrouwen opbouwt of hoe het komt dat vertrouwen zo snel kan worden afgebroken, dan is het zinvol je te verdiepen in de balans van geven en ontvangen.
2. Vertrouwen en zelfonthulling
Vertrouwen bouw je ook op door zelfonthulling: kwetsbaar zijn door iets van jezelf te laten zien. Zelfonthulling is het 'onthullen' van je 'zelf': je laat iets van jouw innerlijk zien aan de ander. Net als bij het vorige onderwerp geldt ook bij zelfonthulling dat er vertrouwen nodig is om jezelf te laten zien aan de ander en dat er juist door dat tonen van jezelf ook vertrouwen wordt opgebouwd. Het is dus een cyclisch proces: op basis van vertrouwen kom je tot zelfonthulling waarmee je vertrouwen opbouwt om tot verdere zelfonthulling te komen etc.
